Het INRO-model is een taxonomie die zich baseert op de jongste wetenschappelijke ontwikkelingen maar daarbij gebruik maakt van diverse modellen die zich vanaf het ontstaan van de sociale wetenschappen bewezen hebben. De combinatie en integratie van die modellen maakt het INRO model tot één van de meest geavanceerde analyse modellen van deze tijd. Het model beschrijft de cultuur van organisaties/instellingen en het gedrag van mensen in termen van rollen en interacties. INRO is daarmee een analysehulpmiddel, waarmee op integrale wijze een afdeling of een organisatie, maar ook werknemers/managers en functies in kaart gebracht en vergeleken kunnen worden.
Integratie van verschillende rolmodellen is de basis voor de flexibiliteit van alle diensten en producten die zich op het INRO-model baseren.
Het INRO model kent 3 verschillende lagen oftewel dimensies. Deze dimensies worden met elkaar in verband gebracht en in een taxonomie samengevoegd. Taxonomie betekent niets anders dan ordening of schikking. Taxonomie wordt veelvuldig gebruikt binnen de wetenschap van voor het indelen van individuen of objecten in groepen.
INRO gebruikt de systematiek van de taxonomie als methode voor het indelen, ordenen en classificeren van gedrag in de meest brede zin van haar verschijningsvormen. Zodoende kan de samenhang worden omgezet in algoritmen en een generieke taxonomie waardoor verschillende dimensies van gedrag met elkaar vergelijkbaar worden.
Criteria voor de INRO-taxonomie
Door van diverse modellen de indelingscriteria terug te brengen tot de meest essentiële en fundamentele uitgangspunten maakt het INRO-model nieuwe toepassingen en vergelijkingen mogelijk. Dit stelt de gebruikers in staat hun eigen profiel met diverse andere profielen, situaties en systemen te vergelijken.
De INRO-taxonomie kent drie lagen met daarbinnen een aantal criteria, te weten;
1. Verschijningsvorm;
a. Zingeving
b. Waarneembaar gedrag
c. Motivatie
d. E.a.
2. Kenmerken;
a. Tijd, macht, invloed en complexiteit
b. Ruimte, plaats en sociale binding
c. Proces, leiden, verbinden en ontvangen
3. Toepassingsgebieden;
a. Vakvolwassenheid
b. Situationeel
c. Communicatie
d. E.a.
Toelichting op de verschijningsvormen
Gedrag lijkt in eerste instantie een puur persoonlijk aspect maar bij nadere beschouwing staat onze taal vol met gedragsbeschrijvingen die we ook van toepassing kunnen laten zijn op minder persoonlijke zaken. Zo spreken we van een zelfbewuste of kwaliteitsbewuste organisatie terwijl het eigenlijk heel moeilijk is zich een beeld te vormen van een organisatie. De organisatie maar ook zaken als brieven, websites, afbeeldingen, kunst en vele andere verschijningsvormen wordt gedrag toegedicht. Om al deze verschijningsvormen adequaat met elkaar te kunnen vergelijken is naast een scherp onderscheid over welke verschijningsvorm we het hebben heel belangrijk welke kenmerken we aan bepaald gedrag toekennen. In die zin werkt INRO niet met definities van gedrag maar met kenmerken. Deze indeling wordt in het hoofdstuk kenmerken verder uitgewerkt.
Toelichting op de verschijningsvormen
Gedrag lijkt in eerste instantie een puur persoonlijk aspect maar bij nadere beschouwing staat onze taal vol met gedragsbeschrijvingen die we ook van toepassing kunnen laten zijn op minder persoonlijke zaken. Zo spreken we van een zelfbewuste of kwaliteitsbewuste organisatie terwijl het eigenlijk heel moeilijk is zich een beeld te vormen van een organisatie. De organisatie maar ook zaken als brieven, websites, afbeeldingen, kunst en vele andere verschijningsvormen wordt gedrag toegedicht. Om al deze verschijningsvormen adequaat met elkaar te kunnen vergelijken is naast een scherp onderscheid over welke verschijningsvorm we het hebben heel belangrijk welke kenmerken we aan bepaald gedrag toekennen. In die zin werkt INRO niet met definities van gedrag maar met kenmerken. Deze indeling wordt in het hoofdstuk kenmerken verder uitgewerkt.

Toelichting op de kenmerken
De dimensie ruimte
De dimensie ruimte wordt in het model horizontaal in kaart gebracht en uit zich op velerlei manieren. Zien we deze dimensie als een continuüm dan strekt deze zich uit van enerzijds een uiterst op argumenten gerichte zakelijke en afstandelijke opstelling en anderzijds een in hoge mate betrokken en verbonden en op verbinding gerichte opstelling. Afhankelijk van de doelstelling van mens en organisatie zullen de activiteiten van de belanghebbenden dus een meer zakelijk dan wel menselijk karakter hebben. De thuiszorg en haar medewerkers kent nu eenmaal een andere instelling dan een organisatieadvies bureau.
Zakelijk
Zakelijke aspecten van gedrag en daaraan gerelateerde competenties manifesteren zich voornamelijk op inhoudelijk en individueel niveau en hebben dus een meer afstandelijk karakter. Denk hierbij aan die aspecten van waarneembaar gedrag die betrekking hebben op de processen zoals zelfstandig werken, onderhandelen, doelmatigheid en planmatig werken.
Menselijk
Onder menselijke aspecten van gedrag en daaraan gerelateerde competenties verstaan we die activiteiten die de onderlinge samenhang en samenwerking benadrukken. Denk hierbij dus niet alleen aan de verhouding van mensen onderling maar ook hun relatie tot andermans wereld, en hun spirituele beleving daarvan. Dit maakt ook dat deze aspecten een meer emotioneel karakter dragen. Denk hierbij aan samenwerken, loyaliteit, motiveren en klantgerichtheid.

De dimensie van invloed
Het aspect invloed wordt in het model verticaal in kaart gebracht aan de hand van het continuüm macht. Hiermee bedoelen we het bij machte zijn invloed uit te oefenen op de omgeving. Met andere woorden de mate van consolideren of initiëren speelt hierbij een rol. Er zijn gedragsaspecten die meer invloed dan wel macht aangeven dan andere. Zo is hulpverlenen helemaal niet in eerste instantie uit op invloed of macht maar besluitvorming wel. Er zijn verschillende graden of stadia van macht en invloed en die vindt u terug in dit continuüm.
De dimensie van invloed
Het aspect invloed wordt in het model verticaal in kaart gebracht aan de hand van het continuüm macht. Hiermee bedoelen we het bij machte zijn invloed uit te oefenen op de omgeving. Met andere woorden de mate van consolideren of initiëren speelt hierbij een rol. Er zijn gedragsaspecten die meer invloed dan wel macht aangeven dan andere. Zo is hulpverlenen helemaal niet in eerste instantie uit op invloed of macht maar besluitvorming wel. Er zijn verschillende graden of stadia van macht en invloed en die vindt u terug in dit continuüm.
Initiërend
Onder initiëren verstaan we die aspecten van gedrag en/of competenties die zaken in beweging zetten, verandering mogelijk maken en de voortgang ondersteunen. Deze aspecten richten zich veelal op ontwikkeling en stimulering van de omgeving, waaronder we ook de concurrentie scharen.
Consoliderend
Die aspecten binnen de organisatie die richten op het bestendigen van hetgeen reeds aanwezig is, noemen we consoliderend. Denk hierbij aan het voortzetten van werkzaamheden en activiteiten, het effectief samenwerken, het met elkaar ergens de schouders onder zetten en volgens vaste lijnen en structuren werken

De sturende dimensie
De sturende dimensie omvat het continuüm van ondersteunend tot aan het feitelijk sturing geven aan de activiteiten. Deze dimensie komt bijvoorbeeld uitgebreid aan de orde binnen allerlei vakliteratuur over management. Waarbij wel de opmerking geplaatst moet worden dat deze dimensie een duidelijk bredere visie heeft op leidinggeven en sturen dan het begrip management. Voor wat betreft deze dimensie is het vooral van belang de vier pijlers van leiden, te weten stimuleren, loyaliteit, doelgerichtheid en diplomatie binnen de voorgaande dimensies te kunnen onderscheiden. Daarmee verfijnd deze dimensie de indeling die op basis van de eerste twee dimensies is tot stand gekomen. Daarnaast is deze dimensie relevant als het gaat om procesbegeleiding waarbij enerzijds sturing wordt gegeven anderzijds sturing wordt ontvangen maar tevens ook het proces waar sturing aan gegeven wordt nader kan worden geanalyseerd en beschreven.
Sturen
Een van de belangrijkste onderscheidende dimensies van gedrag is de wijze waarop sturing gegeven wordt aan visie, missie en doelstellingen. Deze leidinggevende aspecten behelzen voornamelijk die aspecten van gedrag die betrekking hebben op het motiveren van medewerkers, de toewijding van managers en medewerkers, staan voor ideeën en doelstellingen en deze resultaatgericht nastreven.
Procesbegeleiding
In de praktijk vinden processen plaats waarbij niet direct gesproken kan worden over sturing of leidinggevende aspecten maar waarbij het wel heel relevant is dat het proces op een correcte en effectieve wijze wordt begeleid, bijvoorbeeld wanneer de doelen uitermate helder zijn, de sturing op strategisch niveau goed verloopt en de medewerkers voldoende gemotiveerd zijn. In een dergelijke fase is het voor zowel de organisatie als de medewerker van belang dat de competenties op het gebied van onderhandelen verbinden, consolideren en instrueren voorhanden zijn.

Steunen
Een ander maatgevend aspect is de wijze waarop doelstellingen, dienstverlening en productie worden uitgevoerd. Dit bepaalt in hoge mate de kwaliteit en het imago van de organisatie. Zaken die op dit niveau aan de orde komen zijn; de mate waarop de organisatie zich richt op de marktontwikkelingen, de wijze waarop de medewerkers onderling samenwerken, het kritisch vermogen binnen de organisatie en de kunst van het management daar effectief mee om te gaan en het werken op basis van regels en afspraken.
Contact
Wilt u graag meer weten over het inzetten van de INRO Tool? Neem dan contact op.